Ode aan het vrouwenlijf

Ode aan het vrouwenlijf

Ben je ook klaar met de mythe van het falende vrouwenlijf? Wil je weten hoe wijs en briljant het vrouwelijk lichaam werkelijk is?! Hier zijn 14 wonderfeiten (ja, geen mening maar feiten) die laten zien hoe bijzonder slim je lijf is tijdens zwangerschap, geboorte en kraamtijd.

* Je baarmoeder is een wonderorgaan waar je een baby in kunt laten groeien. In 9 maanden tijd wordt je baarmoeder 500 keer zo groot en dat kan ze prima hebben, om na je zwangerschap weer binnen enkele dagen terug te keren naar haar oorspronkelijke vorm. Wat een transformatie!

* De placenta is een wonderorgaan dat jij maakt speciaal voor je zwangerschap en dat precies weet hoeveel voeding je baby nodig heeft en je baby beschermt tegen bacteriën en infecties.

* Je hart groeit tijdens je zwangerschap. Niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk. De ventrikels verwijden zich om al het extra bloed rond te kunnen pompen.

* Tijdens je zwangerschap verscherpen je zintuigen zich, waaronder je reukvermogen. Dit is zodat jij uit de buurt blijft van voor jouw baby gevaarlijke gifstoffen.

* In aanloop naar je bevalling zorgt het hormoon relaxine ervoor dat de banden van je bekken stretchen, zodat je bekken flexibeler wordt.

* Tijdens je bevalling maakt je lichaam het pijnstillende hormoon endorfine aan. Op het hoogtepunt van je bevalling een dosis die 2x zo sterk is als morfine.

* Je stuitje en heiligbeen zijn flexibel waardoor deze naar achteren kunnen bewegen (als je niet op je rug ligt tenminste!). Dit kan tot enkele centimeters meer ruimte geven aan je baby.

* Tijdens de geboorte van je baby wordt je vagina groter en groter. Ze zwelt op en niet alleen je baarmoedermond heeft ‘10 cm ontsluiting’, je vagina ook! Zo kan de baby er door.

* De spieren van je baarmoeder vormen door de ontsluiting een dikke spierlaag aan de bovenkant: die duwen je baby naar beneden.

* Het hoofdje van je baby komt tijdens het persen steeds een klein stukje verder en zakt dan weer terug. Hierdoor kan jouw bekkenbodem zich geleidelijk aanpassen aan de druk en doorbloed blijven. In de meeste gevallen is het zo dat als je hier goed naar luistert (en even wacht met meepersen als het teveel brandt), de kans op uitscheuren klein is.

* Er blijven cellen van jouw baby achter in jouw lichaam, ook in je hart: je houdt je kinderen dus niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk in je hart.

* Je hebt sensoren op je borst, die als je baby huid-op-huid tegen je aan ligt, de temperatuur van je baby meten. Als je baby te koud is, warmt je moederlijf zich op tot wel een hele graad om je baby te verwarmen. Als je baby te warm is, koelt je lichaam af tot wel een graad, om je baby af te kunnen koelen tot de juiste temperatuur.

* Als je baby naast je ligt te slapen, dan is de CO2 die jij uitademt een ademprikkel voor je baby om in te ademen.

* Als een vrouw borstvoeding geeft aan een baby en een ouder kind, geeft de borst een andere samenstelling van melk aan elk kind (het speeksel van het kind of de baby communiceert met jouw lijf via de tepels wat er nodig is).

Het vrouwelijk lichaam is zo zo zo wijs!

En dan zou de natuur zo dom zijn om vrouwen collectief ongeschikt te maken om te baren? Hou toch op!

Al deze processen zijn gebaat bij rust en dat het geleidelijk gaat.

Dat je niet gestoord wordt. Dat er geen haast en stress is, en dat er niets geforceerd wordt.

Ook evolutie gaat geleidelijk. We zijn niet van de ene op de andere dag rechtop gaan lopen. ‘Survival of the fittest’ betekent niet dat de ‘sterksten’ overleven, maar degenen met de beste ‘fit’, de ‘meest aangepasten’ dus…en het vrouwenlijf heeft zich briljant aangepast met de spildraai. Dat is dus geen probleem, maar juist een briljante oplossing! En die spildraai is niet van de afgelopen eeuw, die is er al vele eeuwen. En als vrouwen niet geschikt waren geweest om te baren, was onze soort al uitgestorven lang voor het ontstaan van de moderne obstetrie.

En ja ook je bekkenbodem kan zich dus prima aanpassen en herstellen, als het geleidelijk gaat! Als je voldoende beweegt tijdens je zwangerschap, als er niet aan getrokken wordt en je niet geforceerd en onnatuurlijk hard perst tijdens je bevalling en als je genoeg rust neemt in je kraamtijd.

Vertrouw dus met een gerust hoofd en hart op je lijf. En geef haar wat ze nodig heeft om haar bijzondere werk te kunnen doen.

Pregnancy scare: vind je weg terug naar vertrouwen

Pregnancy scare: vind je weg terug naar vertrouwen

Hoe vind je je vertrouwen terug na een spannend moment in je zwangerschap?

Als je bij elke controle te horen krijgt dat het hartje op het juiste tempo bonst.

Als iedere echo de zucht van opluchting in zich draagt.

Als iedere test terugkomt met goed nieuws.

Als je makkelijk zwanger wordt en blijft.

Dan is het heel vanzelfsprekend voor je dat het goed gaat.

En het gaat gelukkig ook heel erg vaak goed.

Maar wat als het anders gaat?

Wat als je te horen krijgt dat het hartje van je baby wel erg snel, of juist te langzaam klopt? Wat als er vermoedelijk een afwijking te zien is op de echo? Wat als je na een zorgeloze zwangerschap ineens zwangerschaps-vergiftiging krijgt? Of vroegtijdige weeën?Of als je zwanger bent na een lang vruchtbaarheidstraject vol teleurstellingen? Of na de zoveelste miskraam? Wat als het allemaal even niet meer zo vanzelfsprekend is of voelt?

Mijn eigen pregnancy scare

Zelf heb ik dat ervaren toen ik voor de derde keer zwanger was na twee miskramen. De kwetsbaarheid, de onzekerheid. Heen en weer geslingerd worden tussen hoop en vrees. Op momenten heel blij en dankbaar dat ik weer zwanger was, op andere momenten vreselijk bezorgd dat het ‘weer mis’ zou gaan, en of ik het dan wel aan zou kunnen. Hoe vaak wilden we het eigenlijk proberen? Na hoeveel keer zou ik fysiek en emotioneel te gesloopt zijn om nogmaals te durven hopen? Al die zorgen gingen door me heen. Ik wilde zo graag vertrouwen op een goede afloop, maar ik durfde mezelf die zekerheid niet te geven.

Iedere week zat ik bij het ‘hartjesspreekuur’ om even dat geruststellende geluid te horen.

Toch wist ik ook: ‘garantie tot de deur’ en bovendien wilde ik mijn gemoedsrust niet alleen maar af laten hangen van testen, echo’s en doptones. De coach in mij wilde zichzelf terugleiden naar vertrouwen. Innerlijk vertrouwen.

Jouw eigen weg terugvinden naar vertrouwen

Wat ook de reden is dat jij je zorgen maakt, hieronder vind je een paar fijne ideeën die je kunnen inspireren om jouw weg naar vertrouwen weer terug te vinden.

Uiteindelijk is het (terug)vinden van vertrouwen iets heel persoonlijks met een laag ‘how to’-gehalte. Ik ben wel de laatste die zou beweren dat je met een simpel stappenplannetje eigenlijk geen enkele reden meer zou moeten hebben om je ongerust te maken. Toch zijn er een aantal dingen die best een goed idee zijn. Dingen die mijzelf en mijn doula- en coachingscliënten hebben geholpen om te bekomen van de schrik en hun innerlijke ruimte weer vrij te maken. Om ruimte te vinden om te kunnen ontspannen in hun zwangerschap en met vertrouwen toe te gaan leven naar de bevalling.

1. Wees lief voor jezelf

Als je bezorgd bent om je baby, ben je bezorgd. Voor mij bestaat er niet zoiets als een ‘overbezorgde’ (aanstaande) moeder. Niemand weet namelijk ooit of ie zich terecht zorgen maakt. Verloskundigen hebben niet voor niks op hun website staan dat ‘je zorgen maken’ reden genoeg is om te bellen. Je mág bezorgd zijn. Het laat zien dat je een moeder bent die zich verantwoordelijk voelt voor haar kind. Het is je instinct om je baby te willen beschermen en dat is maar goed ook. Stel je het tegenovergestelde eens voor: dat je helemaal niet zou schrikken, je nooit zorgen zou maken, de zen-heid zelve blijft, ook als je hoort dat je baby een groeiachterstand heeft of je Nipt-test vervelend uitslaat. Dat zou toch niet logisch zijn? Niet menselijk zelfs. Veroordeel jezelf er dus nooit om dat je je zorgen maakt.

2. Gun jezelf je zorgen

‘Ja maar de stress die dat oplevert is ook niet goed voor mijn kindje’. Oh, wat ben ik zelf maar al te bekend met deze mindfuck. Het punt is: ‘Oh ik ben zo bezorgd en dat vind ik zó erg want dat zorgt voor stress, en nu voel ik me dáár óók nog eens schuldig over’ uiteindelijk meer stress oplevert dan ‘Ik ben bezorgd en dat is helemaal niet zo vreemd gezien de omstandigheden.’ Gun jezelf dus je zorgen. Schrijf op een post it: ‘mijn gevoel is een gezonde reactie op een spannende gebeurtenis.’ en ‘Ik mag me zorgen maken.’ en hang ze op de koelkast of naast je badkamerspiegel.

3. Er zijn geen regels voor wat jij mag voelen

Naast dat je jezelf niet hoeft te veroordelen voor je zorgen, hoef je je ook niet te verontschuldigen voor hoevéél zorgen je je maakt.

Of jij nu haast tegen het plafond zit als de verloskundige even twee tellen het hartje niet kan lokaliseren, terwijl een ander (schijnbaar?) kalm knikt en rustig opstaat als ze tijdens een reguliere controle te horen krijgt dat ze nú naar het ziekenhuis moet – dat maakt niks uit, want het is niet te vergelijken. Iedereen heeft een andere geschiedenis, een andere gevoeligheid, is anders ‘bedraad’ qua zenuwstelsel en heeft een andere manier van met dingen omgaan. Jij voelt je hoe jij je voelt. En dat is je uitgangspunt. Gevoelens laten zich namelijk niet graag wegrelativeren. Gevoelens willen gevoeld worden. Gevoelens die niet gevoeld worden, komen terug in de vorm van gepieker. Voel ze dus. In je lijf. Wáár voel je ze het meest: in je keel, je maag, je schouders? Probeer het gevoel juist sterker te laten worden: adem er doorheen, geef ze eventueel een naam of kleur en voel ze.

4. Deel je verhaal op een manier die bij je past.

Natuurlijk weet je dat het goed is om je gevoelens ook te uiten. Doe dat vooral op de manier die bij jou past. Praat erover met je partner, schrijf je zorgen van je af, bel een vriendin. En dan niet zomaar een vriendin, maar eentje waarvan je weet dat ze empathisch gaat reageren, eentje die niet zegt dat het wel meevalt of het juist nog erger maakt dan het is.

Of ga wandelen in de natuur, verwerk je gevoel in een schilderij of dans je zorgen van je af.

In de basis zijn er twee manieren om je verhaal te delen. 1. Je blijft steeds hetzelfde verhaal herhalen waarin je vooral over de omstandigheden en de feiten vertelt. 2. Je praat letterlijk over gevoelens. Dus wat de feiten en omstandigheden met jou deden. In die tweede manier zul je al snel merken dat je verhaal evolueert, omdat je gevoelens steeds verder stromen in het verwerken van de gebeurtenis. Bij manier 1 is er een groter gevaar om in je verhaal te blijven hangen. Ga dus al pratend of schrijvend op zoek naar de onderliggende gevoelens: was je bang, boos, droevig, geschrokken toen het gebeurde of toen je het nieuws kreeg, en nog belangrijker: hoe voel je je nu? Voel je niet verplicht om aan iedereen ‘het hele verhaal’ te vertellen. Kies bewust met wie je wil delen en wanneer en gebruik die deelmomenten voor je eigen proces en uit datgene wat er op dát moment in je leeft en wat jij nu belangrijk vindt om te vertellen.

5. Breng in kaart waar je wel en geen invloed op hebt

In Stephen Covey’s beroemde managementboek ‘de zeven eigenschappen van succes’ geeft hij een oefening die net zo bruikbaar is tijdens je zwangerschap als in je werk: de cirkel van invloed en de cirkel van betrokkenheid. Maak een lijst van alle zorgen die je hebt. Teken dan een cirkel en teken daar een tweede cirkel omheen. In de binnenste cirkel schrijf je alle zorgen op waar jij zelf actief iets aan kunt doen en wat dan. In de buitenste cirkel schrijf je die zorgen op waar je wel veel over nadenkt maar waar je eigenlijk geen invloed op hebt. Richt vervolgens je aandacht op de binnenste cirkel: hier kun je gaan handelen.

6. Wat heb je nodig?

Wil je dat die ene vriendin langskomt om met je te praten over wat er is gebeurd? Of heb je juist geen zin om te praten en wil je dat je zus langskomt om samen lekker een film te kijken? Wie bel je wel en wie lekker niet? En wanneer? Ga je elke avond in bad of doe je elke ochtend een mindfulness-meditatie? Een lekkere zwangerschapsmassage of een goeie vrijpartij? Voelt het goed om jezelf één keer echt goed te verwennen met die bak chocoladeijs, of weet je dat je je echt beter gaat voelen als je de komende dagen extra gezond en voedzaam eet? Heb je zin in afleiding en om lekker de stad in te gaan, of kom jij dit weekend je huis niet uit? Dit is hét moment om te oefenen met luisteren naar je eigen behoeftes.

7. Word filosofisch

Waar wil en durf je precies wél op te vertrouwen?

Helpt het jou om te vertrouwen dat het goed komt met je baby?

Wil je vertrouwen op je lichaam of de natuur en dat die de juiste keuzes maakt?

Wil je vertrouwen op je verloskundige, de arts, de kennis & ervaring van anderen?

Wil je extra checks en echo’s om je gerust te stellen, of geeft dat jou juist meer stress? Of helpt het je misschien om te vertrouwen dat ‘wat er ook gebeurt, jij een manier zult vinden om ermee om te gaan.’ Of om te durven vertrouwen dat jij op tijd aan de bel trekt als je voelt dat er iets niet goed gaat in je lijf? Of vertrouw je erop dat wat er ook gebeurt, je partner en jij er samen doorheen zullen komen. Vertrouw je dat het leven loopt zoals het loopt en dat jij aan het leren bent daar meer vrede mee te hebben? Vertrouw je op het vertrouwen zelf? Vind iets waar jij echt in durft te geloven en houd je daar aan vast.

Dat is je anker.

8. Geef het leven het voordeel van de twijfel

Het heeft voordelen dat we zoveel kunnen testen, weten en uitsluiten, maar het heeft ook een keerzijde: dat we vaker dan ooit ook iets tegenkomen zonder dat het iets ergs is. We kunnen dus vreselijk schrikken van een testuitslag, waar later niks mee aan de hand blijkt te zijn. Veel voorliggende placenta’s in week 20 liggen in week 30 op een prima plek. Veel kindjes die eerst in stuit liggen, draaien vanzelf nog om. Je zorgen maken gaat bijna altijd over het verleden of over de toekomst. Niemand kan jou 100% geruststellen dat het ‘goed’ komt met jouw baby. Statistieken laten echter wel zien dat het in veruit de meeste gevallen goedkomt met jouw baby. De kans dat het goed gaat is echt veel veel groter dan de kans dat het misgaat. Dus, geef jezelf, je baby en eigenlijk het leven zelf het voordeel van de twijfel. Grijp deze gebeurtenis aan als een oefening in overgave. Het ouderschap begint hier.

Komt het goed?

Vroeger zei mijn man vaak tegen mij ‘het komt goed’. Heel lief bedoeld, maar tijdens onze derde zwangerschap kon ik dat zinnetje niet meer horen. ‘Hoe weet jij dat nou? Misschien komt het helemaal niet goed en krijg ik weer een miskraam.’ riep ik hem boos toe (de arme schat, hij bedoelde het zo lief!). Samen hebben we toen gezocht naar wat hij dan wel ‘mocht’ zeggen om mij gerust te stellen. Hij zei ‘maar de meeste dingen in het leven komen toch ook gewoon goed?’ Daar moest ik hem wel gelijk in geven. We moesten erom lachen en zo zijn we uitgekomen op het zinnetje ‘veel dingen komen vaak goed.’ Kijk, daar kan ik me dus in vinden! Daar durf ik wel op te vertrouwen.

En die lieve schat had uiteindelijk in dit geval wel degelijk gelijk: mijn derde zwangerschap verliep zo goed als zonder scares. En mijn persoonlijke bewijs dat veel dingen vaak goed komen, is onze prachtige dochter.

Meer weten?

* Samen met kinder- en jeugdpsychologe en mindfulnesstherapeute Marleen Drewes ontwikkelde ik de cursus ‘radical selfcare voor aanstaande ouders’.

Voor meer info, stuur een mailtje naar info@praktijkeja.nl

* Of bel me voor een vrijblijvend welkomstgesprek om te kijken of zwangerschapscoaching iets voor jou is.

Will the circle be unbroken?

Will the circle be unbroken?

Daar sta ik, op de begrafenis van mijn oma. Een paar maanden geleden nog zat ze op de eerste rij bij ons huwelijk, glunderend van trots. ‘Will the circle be unbroken’ stond er als thema op onze uitnodiging, en zongen mijn man en ik samen met de bluegrass band. En nu, juist in de periode dat ik voorzichtig onderzoek of ik inderdaad de cirkel voort wil zetten en nieuw leven zou willen verwelkomen, neem ik afscheid van een dierbaar iemand. Mijn oma’s zes kinderen, acht kleinkinderen en drie achterkleinkinderen hebben zich in een kring om haar kist verzameld.

Nog geen half uur geleden heb ik een verhaal over haar verteld, of beter gezegd doorgegeven. Een paar jaar eerder had ik haar namelijk geïnterviewd voor een theaterproject. De opdracht was om persoonlijke verhalen op te halen van nog levende familieleden die de Tweede Wereldoorlog hadden meegemaakt. Daar had ik mijn oma – best een gezellige prater – nog nooit over horen vertellen. Naast een enorme nieuwsgierigheid voelde ik ook ongemak om daar zomaar ineens naar te vragen.Wat als ze er helemaal niet over zou willen praten?

Op de verjaardag van mijn broer, in het bekende kringetje met taart, zet ik me over de angst heen om haar hiermee te bezwaren en vertel haar over het project. “Och kind,” zegt ze, “dat is toch al zo lang geleden…” Even geef ik het op, maar dan begint ze alsnog te vertellen. En ze houdt niet meer op. En ik hang aan haar lippen. Om ieder detail van haar ervaringen in me op te zuigen, volledig onder de indruk.

Ze vertelt me bijvoorbeeld hoe ze ternauwernood aan een bomontploffing bij een bakkerij was ontkomen. Een zwerver had een pakketje gestolen uit een Duitse patrouillewagen, in de veronderstelling dat het iets te eten was. Hij stapt een overvolle Amsterdamse bakkerij binnen, waar ook mijn 17-jarige oma staat te wachten om een grijzig goedje te bestellen dat in die tijd doorgaat voor brood. De bakkersvrouw kent de zwerver, hij komt wel vaker bedelen: “Ga nog maar even buiten staan, het is nogal druk.” Hij vertrekt en net als hij over de drempel is, schrikt mijn oma op van een enorme knal. Het pakketje bleek een handgranaat. Van de zwerver was niets over. Mijn oma zegt er niet aan te moeten denken hoeveel erger het had kunnen zijn als de bakkersvrouw hem binnen had laten wachten. Die overvolle bakkerij… Ze huivert. “Ik ging toen als een speer naar huis, want altijd als er iets gebeurde, deden de Duitsers daarna huiszoekingen. Mijn vader had verzetskranten. En als ze die zouden vinden…”

Eenmaal thuis op de Spiegelgracht heeft mijn oma die kranten door de wc staan proppen. Haar vader was toch loodgieter (onder andere voor het Paleis op de Dam), dus die zou de wc later wel weer in orde maken.

Er is nog iets waarvan mijn oma weet dat ze het foute boel is als de Duitsers het in handen krijgen. Ze houdt het in haar handen, boven de toiletpot. In tweestrijd. Het is een soort plakboekje, met blauwe kartonnen kaft, en daarin prenten die verzetsdaden weerspiegelen. Foto’s van leden van het Koninklijk Huis, krantenberichten, advertenties waarin staat dat ‘Nieuwe Soorten Boterkoekjes (NSB…) uit het assortiment worden geweerd’. Foto’s van het anjers leggen op het Emmaplein op de verjaardag van Prins Bernhard, als stil protest. Geheime boodschappen die mensen elkaar doorgaven om de moed erin te houden. Klandestien gekocht door mijn oma waarbij dubbelen geruild werden met vriendinnen. Als je ze nu bekijkt onschuldige poëzieplaatjes van baby Beatrix in haar doopjurk, maar in die tijd zwaar belastend materiaal dat je de Duitse overheersing tegenwerkte en dus de kop kon kosten. Mijn oma weet dat het meest verstandige zou zijn om het in stukken te scheuren en door te spoelen. Maar nee. Dit weigert ze los te laten. Dit is haar houvast.

“Waarom nam u dat risico, oma?” vraag ik haar terwijl de gevulde eieren van mijn vader rondgaan. “Als je dat kwijt was, dan had je niks meer. Ze hadden alles al. Je radio, je fiets, je vrijheid. Zo had je toch nog…iets.”

Mijn oma heeft het boekje later aan mij gegeven en ik heb het nog altijd in mijn kast staan. Het herinnert mij eraan om nooit de angst van de vrijheid te laten winnen. Om vast te houden aan wat voor mij belangrijk is, ook al brengt dat risico’s met zich mee.

Als ik mijn oma vraag hoe zij de bevrijding had ervaren, wellen er tranen op in haar ogen. Dat was een van de mooiste momenten in haar leven, zegt ze. “Dat je eindelijk weer vrij was. Dat je wist dat je niet bang meer hoefde te zijn.” Op dat moment begrijp ik wat ware vrijheid betekent: een einde aan de angst.

Het is die boodschap, die levensles die ze mij meegaf, deze wijsheid van haar, die ik wilde doorgeven. Dat deed ik in de theatersolo, die ik een aantal keren rond 4/5 mei heb opgevoerd. Toen ze overleed, leek mij niet meer dan nodig om ‘m ook te delen met eenieder die haar had gekend.

De dood van mijn oma valt voor mij in een periode waarin ik veel nadenk over nieuw leven. Ik heb altijd gedacht geen kinderen te willen, maar omdat mijn man en liefde van mijn leven wel een vurige kinderwens heeft, ben ik voorzichtig op onderzoek uitgegaan waar die gedachte op gebaseerd is. Op vrijheid, of op angst?

Waarom ben ik zo bang voor iets dat voor anderen zo vanzelfsprekend is (of lijkt)? Heb ik me bang laten maken? Terecht of onterecht? En zo ja, wie is dan de vijand? Als ik alle angsten opspoor en buiten beschouwing laat, wat is het dan wat voor mij oprecht belangrijk is om me aan vast te klampen? Mijn eigen leven? In vrijheid? En is dat dan met of zonder kinderen? Als het me al zou zijn gegeven… Want die angst is er ook, dat ik nu denk een keuze te hebben, maar stel dat ik besluit het te willen en het lukt niet, wat dan?

Vlak nadat ik de oorlogsverhalen van mijn oma heb gedeeld op haar begrafenis, in een volle zaal van haar kinderen, kleinkinderen, vrienden van nu en vroeger (en waarvan een heel aantal deze verhalen nog niet kenden), valt mij de gedachte in: dit is toch wat het leven zin geeft, het delen van het leven en ervaringen. Dat kan toch voor mij genoeg zijn, het doorgeven van verhalen?

Maar op het moment dat ik daar sta bij haar kist, tussen haar kinderen, als één van haar acht kleinkinderen, de meesten met een betraand gezicht, besef ik iets belangrijks. Als ik besluit geen kinderen te nemen, dan stopt mijn lijn. Dan zal bij mijn eigen begrafenis dit beeld van nabestaanden rond mijn kist ontbreken.

Tot dan toe zag ik onbewust het krijgen van kinderen als een heel actieve beslissing, één die je moedwillig maakt en waar je actie voor moet ondernemen, waar als het niet krijgen van kinderen mij voorkwam als iets passiefs, iets dat vanzelf zou gebeuren als je verder geen actie ondernam. Maar ineens voelt het stoppen van die lijn als een zeer actieve daad, een moedwillige keuze. En dan valt mij geen gedachte in, maar een sterk gevoel: een drang om niet alleen verhalen, maar om het leven zelf door te geven.

There are loved ones in the glory, Whose dear forms you often miss; When you close your earthly story, Will you join them in their bliss?

  • Refrain: Will the circle be unbroken By and by, by and by?— In a better home awaiting In the sky, in the sky.

(…)

One by one their seats were emptied, One by one they went away; Here the circle has been broken— Will it be complete one day?

From: Will the circle be unbroken (1907)

Ada R. Habershon

Adventure is out there!

Adventure is out there!

Als ik terug kon gaan in de tijd, naar zo’n drie jaar geleden, om mezelf te vertellen dat ik zwangerschapscoach en doula zou worden, had ik de huidige mij waarschijnlijk voor gek verklaard. Ik was toen net getrouwd, maar kinderen krijgen? Ik moest er niet aan denken! Bevallen, daar dacht ik maar liever helemaal niet aan. Dus doula? Nee. Ik had het waarschijnlijk nog eerder geloofd als ik mezelf had verteld dat ik me zou laten omscholen tot betonvlechter.

De zomer voor het droomhuwelijk van mijn man en mij in bluegrass-stijl, hadden we ter inspiratie een muziekreis naar Amerika gemaakt. Ik herinner me nog goed het gesprek dat hij (toen nog verloofde) en ik hadden op een bankje in een park in New Orleans. Ik herinner me de tranen, van hem en van mij. We bespraken ons meest beladen onderwerp: kinderen. Hij wilde heel graag. Ik niet. Waarschijnlijk. Ik herinner me ook nog heel goed het gevoel dat ik had, toen ik mezelf eindelijk over die metershoge drempel durfde te zetten om dé vraag te stellen: ‘Als ik uiteindelijk echt niet wil, blijf je dan bij me?’ ‘Ja’, kwam er zonder één moment van twijfel terug. Gevolgd door zijn tranen. ‘Ik wil heel graag kinderen. Maar wel alleen met jou.” Het was een diep gekoesterde wens, maar zijn liefde voor mij was sterker. Het waren zijn moed en onvoorwaardelijkheid die me diep roerden. Gevolgd door mijn tranen. Juist daar, op dat bankje in het park in New Orleans, juist toen ik de vrijbrief kreeg om mijn keuze te maken zonder het risico hem kwijt te raken, werd het eerste zaadje van vertrouwen geplant, om dit avontuur wél samen aan te gaan. En dat wij dat aan zouden kunnen.

Een avontuur is het zeker, het krijgen van kinderen, kan ik nu – 3 jaar later – uit eigen ervaring spreken. Of alles nu ‘volgens het boekje’ gaat en je na een paar maanden proberen met een positieve zwangerschapstest in handen staat en 9 maanden en een vlotte bevalling verder met een gezonde baby; of dat je een bumpy ride hebt, met IVF, miskramen, complicaties, een zware bevalling, geen roze maar grijze wolk; of iets daar tussenin (zoals wij), het is hoe dan ook één van de grootste veranderingen die je ooit in je leven meemaakt. Avonturen zijn interessant, maar ook spannend en eng.

En dat herinner ik me ook van dat bankje in dat park in New Orleans: de angst.

De angst voor die verandering, de angst dat het mooie dat wij met z’n tweeën hadden door tussenkomst van een derde verloren zou gaan, angst dat ik niet van mijn kind zou kunnen houden en geen talent voor het moederschap zou hebben, angst dat ik mijn eigen verleden nog niet voldoende had opgeruimd en onbewust allerlei onverwerkte trauma’s op mijn kind zou overdragen, en natuurlijk ook alvast angst om dan ook nog te moeten bevallen.

Het was zelfs een geruststellende gedachte dat ik het volledige veto had om mezelf dit alles te besparen. Het gaf me een gevoel van controle. En dat was prettig. Dus waarom zou ik?

Maar tegenover me zat de liefde van mijn leven, die kapot ging bij het idee dat hij nooit vader zou worden. Ik was het op z’n minst aan hem verplicht om – en natuurlijk ook aan mezelf – om die angsten te onderzoeken.

Ik had namelijk al veel eerder in mijn leven mezelf de plechtige belofte gedaan me nooit te laten leiden door angst. ‘Don’t let your fears stand in the way of your dreams’ stond er op de kaft van mijn ‘No Fear’-schriftje waar ik mijn opstellen in schreef op de middelbare school. Eronder een surfer die een salto maakt. Ik heb nooit gesurfd en het schriftje heb ik niet meer, maar die zin heb ik altijd bij me gehouden. Ik zou het dus prima hebben gevonden om geen kinderen te krijgen als die keuze gebaseerd zou zijn op vrije wil. Ik zou het vreselijk vinden als die beslissing alleen maar zou zijn ingegeven door angst.

Gelukkig won mijn nieuwsgierigheid (en mijn liefde voor mijn man) het dus van de angst en ging ik op onderzoek uit. Stapje voor stapje, laag voor laag, zoals Pema Chödrön het zo prachtig uitdrukt: “…to move gently towards what scares us”.

Over hoe dat onderzoek precies verliep, vertel ik graag in een volgende blog. Maar nu ik aan de andere kant van het verhaal en aan de andere kant van de angst sta, kan ik teruggaan naar die vrouw op dat bankje in het park in New Orleans, een arm om haar heen slaan en zeggen: ‘Ik snap dat je angstig bent. Je mag bang zijn. En je hebt gelijk, als je dit avontuur aangaat, verandert je leven, verandert je relatie en zul je sommige nog onbewuste patronen doorgeven aan je kinderen. Maar je angst voor deze dingen laat me ook zien wat voor jou belangrijk is en dat er veel dingen zijn waar je oprecht om geeft: hoe dierbaar je relatie je is, hoe graag je je eigen leven wil leiden en jouw pad wil kiezen, hoe belangrijk je het vindt om een goede moeder te worden als je daarvoor zou gaan. Juist omdat je bang bent om deze dingen te verliezen, zul jij er als het hardst voor strijden om ze te behouden.’ En voor de zekerheid zou ik er ook nog achteraan fluisteren dat een bevalling geen traumatische horror-ervaring hoeft te zijn, maar ook een intense lichamelijke piekervaring waar je zelf herboren uitkomt.

Die vrouw op het bankje zou mij waarschijnlijk inderdaad verbijsterd hebben aangekeken als ik eraan toe had gevoegd: ‘Zo herboren, dat je besluit zwangerschapscoach en doula te worden.’ Ze zou het niet hebben begrepen, maar ze zou er op dat moment wel heel hard eentje hebben kunnen gebruiken.

Pin It on Pinterest