De rol van de doula wordt vaak aangeduid met het begrip ‘holding space’.
Letterlijk vertaald is holding space het ‘vasthouden’ of ‘dragen’ van de ruimte.
Een prachtig begrip en zeker heel waardevol, maar wat houdt dat nu eigenlijk in?
Holding space: het dragen van de innerlijke ruimte gaat mij aan het hart
Betekent het dat je doula de bevalkamer sfeervol inricht met kaarsjes, een lekker geurtje in de aroma diffuser en foto’s ophangt die jou herinneren aan momenten dat je je krachtig en verbonden voelde? Of bewaakt ze de sfeer door een prettige, empathische en menselijke manier van communiceren voor te leven? Ja, dat allemaal.
En…nog véél belangrijker (vind ik vanuit mijn ervaring als coach en als mens): als doula draag je ook zorg voor de innerlijke ruimte.
Ik bedoel daar vooral de emotionele ruimte mee, van de barende vrouw en haar partner.
Het bewaken van die ruimte gaat mij enorm aan het hart.
“Niet huilen” – het mantra van generatie op generatie
Waarom gaat mij dit zo aan het hart? Zelf kom ik uit een gezin waar het uiten van gevoelens niet vanzelfsprekend werd uitgeoefend of aangemoedigd. Ik neem dat mijn ouders niet kwalijk. Wisten zij veel: hun generatie is niet opgegroeid met Oprah en Dr. Phil. Hun generatie is opgevoed door de generatie ervoor – en zij waren al blij dat ze de hongerwinter hadden overleefd. Neemt niet weg dat ik – en vele dertigers met mij – mijn hele jeugd te horen heb gekregen: ‘Niet huilen’. ‘Niet bang zijn.’ ‘Niet zo boos doen.’ ‘Zo, klaar nu, ‘over’’. En als je dan toch doorging: ‘Wat moeten de buren wel niet van je denken?’ Dus niet alleen werd gevoel getemperd, gesust, gestopt, er werd ook een laag van schaamte overheen gelegd. Het moest er vooral niet zijn.
Het recht om te voelen wat je voelt – mijn eigen weg hierin
Het is dus niet verrassend dat ik me aangetrokken voelde tot dans, theater en muziek: een plek waar emoties er niet alleen mogen zijn, maar zelfs een podium krijgen! Ik ben nog altijd ontzettend dankbaar voor deze uitlaatklep (net als de niet-aflatende steun van mijn ouders hierin) en dat ik de eerste 10 jaar van mijn werkzame leven dit als werk heb kunnen doen. En ook al voelde ik me op het podium vaak aangetrokken tot grootse en meeslepende verhalen en rollen, een groot deel van mijn adolescentie ben ik bezig geweest met het heroveren van mijn ‘recht om te voelen wat ik voel’. Ook in mezelf merkte ik dat mijn eerste neiging bij gevoel niet is ‘omarmen en accepteren’, maar ‘wegduwen en doorbijten’. Ik herinner me een avond alleen op een hotelkamer in Wageningen, waar ik na wekenlang veel te hard werken voor televisieopnames een paniekaanval kreeg. Ik durfde niemand te bellen, laat staan hulp vragen aan een vreemde. Uit pure schaamte.
‘Your scars become lighthouses’
Ik heb sindsdien een lange weg afgelegd. Het recht om te voelen stap voor stap op mezelf veroverd. Door mezelf te laten coachen en dankzij eindeloos veel boeken, cursussen en gesprekken, door ermee te dansen en elke dag te schrijven vanuit mijn binnenwereld, durf ik te zeggen – hoewel het echt niet altijd lukt – dat het langzaam mijn tweede natuur is geworden: ja zeggen tegen wat ik voel, het erkennen, doorvoelen in m’n lijf, liefdevol tegen mezelf praten en om hulp durven vragen. ‘Your scars become lighthouses’ vind ik een prachtige uitspraak. Mijn pijn hierin en mijn weg met vallen en opstaan heeft er ook voor gezorgd dat ik als coach (en nu ook als doula) niet terugdeins voor grote gevoelens bij anderen en ook juist de subtielere emoties weet te herkennen. Mijn grootste bevestiging kwam toen mijn moeder me toevertrouwde dat zij het juist van mij heeft geleerd: het uiten van gevoel. Dus vandaar dat, nu ik doula ben, ik het bewaken van het recht van de barende vrouw om te voelen wat ze voelt, als een van mijn belangrijkste taken beschouw.
Waarom is het zo belangrijk om te mogen voelen wat je voelt?
Omdat ieder mens in essentie de diepe behoefte heeft om écht gezien te worden. Écht gezien worden we niet op ons uiterlijk en onze prestaties. Dat geeft een kortstondig gevoel van trots, maar gaat niet over wie we diep van binnen zijn. Het is voorwaardelijk. Onvoorwaardelijk gezien worden, betekent gezien worden in wat jij van binnen ervaart. Dat dit als waar en echt en belangrijk wordt beschouwd. Dat het serieus wordt genomen en erkend en met liefde en acceptatie tegemoet wordt getreden in plaats van als iets dat weg moet of een probleem dat opgelost moet worden. Juist door die erkenning kalmeer je en kun je zélf met een oplossing komen (als dat al nodig is). Dus zeg ik nu ik zelf moeder ben tegen mijn eigen dochter: ‘Huil maar liefje’ ‘Ja, natuurlijk ben je bang voor zo’n grote hond, kom maar bij me’ ‘Je mag best boos zijn dat je niet nog een ijsje mag.’
En nee daar wordt het niet erger van. Juist niet! Mijn dochter van 3 huilt echt niet om alles omdat het van mij ‘mag’, ze huilt wanneer ze huilt. En ze is dol op honden: ik sta verbaasd hoe goed ze zelf in staat is in te schatten of een hond aaibaar is of niet en bij twijfel vraagt ze het zelf aan het baasje. Geen ijsje krijgen is overigens nog steeds superstom! Ook als je er boos over mag zijn :-).
Holding space tijdens de zwangerschap
Een van mijn cliënten kreeg tijdens haar zwangerschap teleurstelling op teleurstelling te verwerken. Zij wilde voor de geboorte van haar kind een natuurlijke badbevalling zonder pijnmedicatie met hypnobirthing en bewegingsvrijheid. Iedere keer dat ik bij haar en haar partner (die steevast liefdevol en steunend haar hand vasthield) kwam, was er wel weer een stukje van die droom in duigen gevallen. Eerst kreeg ze te horen dat een badbevalling in haar situatie niet mogelijk was in het ziekenhuis van haar keuze. De keer erna had ze net te horen gekregen dat ze met 38 weken zou worden ingeleid. Toen ik bij haar was, stelde ik voor te kijken hoe ze alsnog voor een zachte landing voor haar baby (haar diepste wens) kon gaan zorgen. “Dat heeft toch geen zin? Het wordt vreselijk!” zei ze. Ze huilde en excuseerde zich voor haar tranen, die ze verbeet. “Waarom zou je niet mogen huilen?” vroeg ik haar. Ze antwoordde: “Ik weet wel dat ik die inleiding ook kan weigeren, maar dat wil ik niet. Dan moet ik ook niet zeuren toch?” Natuurlijk mag je dan zeuren! En dat heet geen zeuren, maar rouwen. Als jouw droom in duigen valt, heb je alle reden om daar om te treuren – wat de reden of je andere optie ook is. Nadat ze haar tranen alsnog de vrije loop had gelaten, wilde ze heel graag oefenen met houdingen, beweging en natuurlijke pijnbestrijding. We gingen aan de slag en na onze sessie ze stralend: “Ja, ik zie hoe bevallen zonder bad toch ook heel mooi kan worden.” Door haar gevoelens te uiten, was er ruimte ontstaan. Ruimte om te kijken naar mogelijkheden. En haar eigen weg te gaan.
Het recht om te voelen wat je voelt tijdens de bevalling
Een van mijn allereerste stage-cliënten was een vrouw die zwanger was van haar tweede kindje. Ze had een sterke wens om thuis te bevallen. Ze kreeg van haar verloskundige het advies om naar het ziekenhuis te gaan, haar kindje had in het vruchtwater gepoept. Hierdoor raakte zij in paniek. “Niet in paniek raken, niet in paniek raken!”, riepen verschillende mensen in de kamer goedbedoelend, waarop de vrouw nog meer in paniek raakte. “Laat de doula er even bij”, zei de verloskundige. Ik ging naar toe en zei iets in de lijn van wat ik graag zelf had willen horen toen ik mijn paniekaanval had in de hotelkamer. “Ik snap heel goed dat je hiervan in paniek raakt. Je wil zo graag thuis bevallen. En nu krijg je dit advies van je verloskundige, dat is niet niks. En maak je je zorgen om je baby?” Nee, ze maakte ze geen zorgen om de baby. Het was de angst voor het ziekenhuis. Ze kalmeerde en er ontstond ruimte voor de vraag: “Wat wil je zelf?” Ze dacht na over het advies, checkte in bij zichzelf en besloot haar tas te gaan pakken.
Een andere cliënt, anderhalf jaar later, ging vaginaal bevallen van haar kindje nadat haar eerste baby per keizersnede was geboren. Toen haar ontsluitingsweeën plotseling omsloegen in intense persweeën riep ze “Ik ben zo bang!!!” “Dat is okay.” zei ik. “Je mag bang zijn en je kunt het tóch, met angst en al!” En dat was ook zo: twee weeën later ving ze haar eigen baby op.
Bang zijn tijdens je bevalling is echt geen enkel probleem.
Zolang de angst er maar mag zijn.
Wees nieuwsgierig naar je binnenwereld en die van anderen
Geen enkel gevoel tijdens zwangerschap, bevalling en kraamtijd is een probleem.
Zolang het er maar mag zijn. En het uiten ervan op begrip stuit en wordt erkend. Dan komt de oplossing – of de hulpvraag – vaak vanzelf en uit de persoon zelf. Het wachten hierop vinden veel mensen moeilijk. Ik ook! We willen zo graag helpen. Zo graag fixen. Zo graag redden. Maar we hoeven niks te ‘fixen’. Mensen zijn niet kapot. Ze zijn al heel.
Holding space is het erkennen van iemands binnenwereld. De bedding zijn waar de rivier doorheen kan stromen. Door er te zijn. Door te luisteren. Te erkennen. Door vragen te stellen die voortkomen uit oprechte nieuwsgierigheid naar de innerlijke beleving van de ander. Dat is niet alleen weggelegd voor doula’s. Je kunt er op die manier zijn voor je partner. Als ouder voor je kind. Voor een vriendin, collega, je leidinggevende, of de vrouw in de bakkerij die altijd zo chagrijnig kijkt. We weten nooit zeker wat er zich in iemands binnenwereld afspeelt, tot we er ruimte voor maken.
Vaak ontstaat er in die ruimte vanzelf een nieuwe richting.
Hoe vind je je vertrouwen terug na een spannend moment in je zwangerschap?
Als je bij elke controle te horen krijgt dat het hartje op het juiste tempo bonst.
Als iedere echo de zucht van opluchting in zich draagt.
Als iedere test terugkomt met goed nieuws.
Als je makkelijk zwanger wordt en blijft.
Dan is het heel vanzelfsprekend voor je dat het goed gaat.
En het gaat gelukkig ook heel erg vaak goed.
Maar wat als het anders gaat?
Wat als je te horen krijgt dat het hartje van je baby wel erg snel, of juist te langzaam klopt? Wat als er vermoedelijk een afwijking te zien is op de echo? Wat als je na een zorgeloze zwangerschap ineens zwangerschaps-vergiftiging krijgt? Of vroegtijdige weeën?Of als je zwanger bent na een lang vruchtbaarheidstraject vol teleurstellingen? Of na de zoveelste miskraam? Wat als het allemaal even niet meer zo vanzelfsprekend is of voelt?
Mijn eigen pregnancy scare
Zelf heb ik dat ervaren toen ik voor de derde keer zwanger was na twee miskramen. De kwetsbaarheid, de onzekerheid. Heen en weer geslingerd worden tussen hoop en vrees. Op momenten heel blij en dankbaar dat ik weer zwanger was, op andere momenten vreselijk bezorgd dat het ‘weer mis’ zou gaan, en of ik het dan wel aan zou kunnen. Hoe vaak wilden we het eigenlijk proberen? Na hoeveel keer zou ik fysiek en emotioneel te gesloopt zijn om nogmaals te durven hopen? Al die zorgen gingen door me heen. Ik wilde zo graag vertrouwen op een goede afloop, maar ik durfde mezelf die zekerheid niet te geven.
Iedere week zat ik bij het ‘hartjesspreekuur’ om even dat geruststellende geluid te horen.
Toch wist ik ook: ‘garantie tot de deur’ en bovendien wilde ik mijn gemoedsrust niet alleen maar af laten hangen van testen, echo’s en doptones. De coach in mij wilde zichzelf terugleiden naar vertrouwen. Innerlijk vertrouwen.
Jouw eigen weg terugvinden naar vertrouwen
Wat ook de reden is dat jij je zorgen maakt, hieronder vind je een paar fijne ideeën die je kunnen inspireren om jouw weg naar vertrouwen weer terug te vinden.
Uiteindelijk is het (terug)vinden van vertrouwen iets heel persoonlijks met een laag ‘how to’-gehalte. Ik ben wel de laatste die zou beweren dat je met een simpel stappenplannetje eigenlijk geen enkele reden meer zou moeten hebben om je ongerust te maken. Toch zijn er een aantal dingen die best een goed idee zijn. Dingen die mijzelf en mijn doula- en coachingscliënten hebben geholpen om te bekomen van de schrik en hun innerlijke ruimte weer vrij te maken. Om ruimte te vinden om te kunnen ontspannen in hun zwangerschap en met vertrouwen toe te gaan leven naar de bevalling.
1. Wees lief voor jezelf
Als je bezorgd bent om je baby, ben je bezorgd. Voor mij bestaat er niet zoiets als een ‘overbezorgde’ (aanstaande) moeder. Niemand weet namelijk ooit of ie zich terecht zorgen maakt. Verloskundigen hebben niet voor niks op hun website staan dat ‘je zorgen maken’ reden genoeg is om te bellen. Je mág bezorgd zijn. Het laat zien dat je een moeder bent die zich verantwoordelijk voelt voor haar kind. Het is je instinct om je baby te willen beschermen en dat is maar goed ook. Stel je het tegenovergestelde eens voor: dat je helemaal niet zou schrikken, je nooit zorgen zou maken, de zen-heid zelve blijft, ook als je hoort dat je baby een groeiachterstand heeft of je Nipt-test vervelend uitslaat. Dat zou toch niet logisch zijn? Niet menselijk zelfs. Veroordeel jezelf er dus nooit om dat je je zorgen maakt.
2. Gun jezelf je zorgen
‘Ja maar de stress die dat oplevert is ook niet goed voor mijn kindje’. Oh, wat ben ik zelf maar al te bekend met deze mindfuck. Het punt is: ‘Oh ik ben zo bezorgd en dat vind ik zó erg want dat zorgt voor stress, en nu voel ik me dáár óók nog eens schuldig over’ uiteindelijk meer stress oplevert dan ‘Ik ben bezorgd en dat is helemaal niet zo vreemd gezien de omstandigheden.’ Gun jezelf dus je zorgen. Schrijf op een post it: ‘mijn gevoel is een gezonde reactie op een spannende gebeurtenis.’ en ‘Ik mag me zorgen maken.’ en hang ze op de koelkast of naast je badkamerspiegel.
3. Er zijn geen regels voor wat jij mag voelen
Naast dat je jezelf niet hoeft te veroordelen voor je zorgen, hoef je je ook niet te verontschuldigen voor hoevéél zorgen je je maakt.
Of jij nu haast tegen het plafond zit als de verloskundige even twee tellen het hartje niet kan lokaliseren, terwijl een ander (schijnbaar?) kalm knikt en rustig opstaat als ze tijdens een reguliere controle te horen krijgt dat ze nú naar het ziekenhuis moet – dat maakt niks uit, want het is niet te vergelijken. Iedereen heeft een andere geschiedenis, een andere gevoeligheid, is anders ‘bedraad’ qua zenuwstelsel en heeft een andere manier van met dingen omgaan. Jij voelt je hoe jij je voelt. En dat is je uitgangspunt. Gevoelens laten zich namelijk niet graag wegrelativeren. Gevoelens willen gevoeld worden. Gevoelens die niet gevoeld worden, komen terug in de vorm van gepieker. Voel ze dus. In je lijf. Wáár voel je ze het meest: in je keel, je maag, je schouders? Probeer het gevoel juist sterker te laten worden: adem er doorheen, geef ze eventueel een naam of kleur en voel ze.
4. Deel je verhaal op een manier die bij je past.
Natuurlijk weet je dat het goed is om je gevoelens ook te uiten. Doe dat vooral op de manier die bij jou past. Praat erover met je partner, schrijf je zorgen van je af, bel een vriendin. En dan niet zomaar een vriendin, maar eentje waarvan je weet dat ze empathisch gaat reageren, eentje die niet zegt dat het wel meevalt of het juist nog erger maakt dan het is.
Of ga wandelen in de natuur, verwerk je gevoel in een schilderij of dans je zorgen van je af.
In de basis zijn er twee manieren om je verhaal te delen. 1. Je blijft steeds hetzelfde verhaal herhalen waarin je vooral over de omstandigheden en de feiten vertelt. 2. Je praat letterlijk over gevoelens. Dus wat de feiten en omstandigheden met jou deden. In die tweede manier zul je al snel merken dat je verhaal evolueert, omdat je gevoelens steeds verder stromen in het verwerken van de gebeurtenis. Bij manier 1 is er een groter gevaar om in je verhaal te blijven hangen. Ga dus al pratend of schrijvend op zoek naar de onderliggende gevoelens: was je bang, boos, droevig, geschrokken toen het gebeurde of toen je het nieuws kreeg, en nog belangrijker: hoe voel je je nu? Voel je niet verplicht om aan iedereen ‘het hele verhaal’ te vertellen. Kies bewust met wie je wil delen en wanneer en gebruik die deelmomenten voor je eigen proces en uit datgene wat er op dát moment in je leeft en wat jij nu belangrijk vindt om te vertellen.
5. Breng in kaart waar je wel en geen invloed op hebt
In Stephen Covey’s beroemde managementboek ‘de zeven eigenschappen van succes’ geeft hij een oefening die net zo bruikbaar is tijdens je zwangerschap als in je werk: de cirkel van invloed en de cirkel van betrokkenheid. Maak een lijst van alle zorgen die je hebt. Teken dan een cirkel en teken daar een tweede cirkel omheen. In de binnenste cirkel schrijf je alle zorgen op waar jij zelf actief iets aan kunt doen en wat dan. In de buitenste cirkel schrijf je die zorgen op waar je wel veel over nadenkt maar waar je eigenlijk geen invloed op hebt. Richt vervolgens je aandacht op de binnenste cirkel: hier kun je gaan handelen.
6. Wat heb je nodig?
Wil je dat die ene vriendin langskomt om met je te praten over wat er is gebeurd? Of heb je juist geen zin om te praten en wil je dat je zus langskomt om samen lekker een film te kijken? Wie bel je wel en wie lekker niet? En wanneer? Ga je elke avond in bad of doe je elke ochtend een mindfulness-meditatie? Een lekkere zwangerschapsmassage of een goeie vrijpartij? Voelt het goed om jezelf één keer echt goed te verwennen met die bak chocoladeijs, of weet je dat je je echt beter gaat voelen als je de komende dagen extra gezond en voedzaam eet? Heb je zin in afleiding en om lekker de stad in te gaan, of kom jij dit weekend je huis niet uit? Dit is hét moment om te oefenen met luisteren naar je eigen behoeftes.
7. Word filosofisch
Waar wil en durf je precies wél op te vertrouwen?
Helpt het jou om te vertrouwen dat het goed komt met je baby?
Wil je vertrouwen op je lichaam of de natuur en dat die de juiste keuzes maakt?
Wil je vertrouwen op je verloskundige, de arts, de kennis & ervaring van anderen?
Wil je extra checks en echo’s om je gerust te stellen, of geeft dat jou juist meer stress? Of helpt het je misschien om te vertrouwen dat ‘wat er ook gebeurt, jij een manier zult vinden om ermee om te gaan.’ Of om te durven vertrouwen dat jij op tijd aan de bel trekt als je voelt dat er iets niet goed gaat in je lijf? Of vertrouw je erop dat wat er ook gebeurt, je partner en jij er samen doorheen zullen komen. Vertrouw je dat het leven loopt zoals het loopt en dat jij aan het leren bent daar meer vrede mee te hebben? Vertrouw je op het vertrouwen zelf? Vind iets waar jij echt in durft te geloven en houd je daar aan vast.
Dat is je anker.
8. Geef het leven het voordeel van de twijfel
Het heeft voordelen dat we zoveel kunnen testen, weten en uitsluiten, maar het heeft ook een keerzijde: dat we vaker dan ooit ook iets tegenkomen zonder dat het iets ergs is. We kunnen dus vreselijk schrikken van een testuitslag, waar later niks mee aan de hand blijkt te zijn. Veel voorliggende placenta’s in week 20 liggen in week 30 op een prima plek. Veel kindjes die eerst in stuit liggen, draaien vanzelf nog om. Je zorgen maken gaat bijna altijd over het verleden of over de toekomst. Niemand kan jou 100% geruststellen dat het ‘goed’ komt met jouw baby. Statistieken laten echter wel zien dat het in veruit de meeste gevallen goedkomt met jouw baby. De kans dat het goed gaat is echt veel veel groter dan de kans dat het misgaat. Dus, geef jezelf, je baby en eigenlijk het leven zelf het voordeel van de twijfel. Grijp deze gebeurtenis aan als een oefening in overgave. Het ouderschap begint hier.
Komt het goed?
Vroeger zei mijn man vaak tegen mij ‘het komt goed’. Heel lief bedoeld, maar tijdens onze derde zwangerschap kon ik dat zinnetje niet meer horen. ‘Hoe weet jij dat nou? Misschien komt het helemaal niet goed en krijg ik weer een miskraam.’ riep ik hem boos toe (de arme schat, hij bedoelde het zo lief!). Samen hebben we toen gezocht naar wat hij dan wel ‘mocht’ zeggen om mij gerust te stellen. Hij zei ‘maar de meeste dingen in het leven komen toch ook gewoon goed?’ Daar moest ik hem wel gelijk in geven. We moesten erom lachen en zo zijn we uitgekomen op het zinnetje ‘veel dingen komen vaak goed.’ Kijk, daar kan ik me dus in vinden! Daar durf ik wel op te vertrouwen.
En die lieve schat had uiteindelijk in dit geval wel degelijk gelijk: mijn derde zwangerschap verliep zo goed als zonder scares. En mijn persoonlijke bewijs dat veel dingen vaak goed komen, is onze prachtige dochter.
Meer weten?
* Samen met kinder- en jeugdpsychologe en mindfulnesstherapeute Marleen Drewes ontwikkelde ik de cursus ‘radical selfcare voor aanstaande ouders’.